ARTIKEL 6

Het schudden en geven


Home Artikelengroep 1--16

  1. Het schudden
  2. Voordat het spelen begint, wordt elk spel grondig geschud. De kaarten moeten worden afgenomen (gecoupeerd), indien één van de tegenstanders dit wenst.

  3. Het geven    Opmerking 1
  4. De kaarten moeten, kaart voor kaart, met de beeldzijde naar beneden, worden gegeven in vier handen van dertien kaarten elk. Elke hand wordt daarna met de beeldzijde naar beneden in één van de vier vakken van het bord gestoken. Bij het geven mogen geen twee opeenvolgende kaarten van het spel aan eenzelfde hand toebedeeld worden. Het verdient aanbeveling de kaarten te delen volgens de wijzers van de klok.

  5. Vertegenwoordiging van beide paren
  6. Bij het schudden en geven moet een speler van elk paar aanwezig zijn, tenzij de wedstrijdleider een andere regeling treft.

  7. Opnieuw schudden en geven     Opmerking 2
    1. Als voor het begin van de eerste biedronde blijkt dat de kaarten op onjuiste wijze zijn gegeven of dat tijdens het schudden en geven van de kaarten een speler de beeldzijde van een kaart die toebehoort aan een andere speler, had kunnen zien, moet er opnieuw worden geschud en gegeven. Als daarna een speler, voordat het bord volledig gespeeld is, toevallig een kaart ziet die toebehoort aan de hand van een andere speler, is artikel 16D van toepassing (maar zie ook artikel 24).
    2. Tenzij het de bedoeling is in een toernooi reeds eerder gespeelde spellen nogmaals te spelen, mag een resultaat niet gehandhaafd worden als de kaarten zijn gegeven met een voorgesorteerd spel kaarten (Noot: Een spel kaarten dat niet willekeurig is verdeeld ten opzichte van de vorige verdeling.) zonder dat het geschud is, of als het spel van een andere zitting komt. (Deze bepalingen hebben geen betrekking op de mogelijkheid om, indien dit gewenst is, borden tijdens een zitting tussen tafels uit te wisselen.)
    3. De wedstrijdleider mag, op grond van elke reden in overeenstemming met de spelregels, voorschrijven dat er opnieuw geschud en gegeven wordt (maar zie artikel 22B en artikel 86A).

  8. Keuzemogelijkheden van de wedstrijdleider
    1. De wedstrijdleider mag voorschrijven dat het schudden en geven aan iedere tafel gebeurt onmiddellijk voordat het spelen begint.
    2. De wedstrijdleider mag vooraf zélf schudden en geven. De wedstrijdleider mag zijn assistenten of andere daartoe aangewezen personen vooraf laten schudden en geven.
    3. De wedstrijdleider mag voor het geven of het vooraf geven een andere methode voorschrijven mits deze ook tot een geheel op toeval berustend resultaat leidt zoals in A en B hierboven.

  9. Het dupliceren van een bord
  10. Indien de voorwaarden waaronder wordt gespeeld, dat nodig maken, mag, in opdracht van de wedstrijdleider, elk oorspronkelijk spel één of meer malen worden gedupliceerd. Als er spellen gedupliceerd worden, dan zal er normaal gesproken geen sprake kunnen zijn van opnieuw delen (hoewel de wedstrijdleider wel daartoe mag besluiten).

.